Werkgevers zijn verplicht om te zorgen voor gezonde arbeidsomstandigheden voor een kapper. Als kapper krijg je te maken met verschillende risico’s. Het is voor de werkgever van belang om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Als je twijfelt aan jouw werkomstandigheden, dan kan je hier controleren waar jouw werkgever o.a. aan moet voldoen.
Het kappersvak kan fysiek voor een flinke belasting zorgen. Lang staan of zitten is niet goed voor ons lichaam. Helemaal niet als we in een verkeerde houding staan of zitten. De inrichting van je werkplek is van belang om fysieke klachten te voorkomen. Bij gezonde arbeidsomstandigheden wordt er o.a. gekeken naar je werkplekinrichting. De werkplek dient o.a. ingericht te worden met een pompstoel. Een kapper kan zo op een optimale werkhoogte werken. Ter voorkoming van fysieke klachten dient een kapper afwisselend werk te doen. Denk hierbij aan voorbereide taken, zoals het ontvangen van gasten, wassen, knippen en de nazorg en afrekenen. Een kapper verandert zo constant van houding. Daarnaast dient een kapper om de 2 uur minimaal 10 minuten pauze te krijgen.
Onder de gezonde arbeidsomstandigheden hoort o.a. de temperatuur op de werkplek. Als de temperatuur stijgt tot boven de 25 graden, dan dienen er maatregelen genomen te worden. Denk bijvoorbeeld aan een airco of een tropenrooster met extra pauzes. Naast hoge temperaturen dient er het hele jaar door voldoende ventilatie te zijn. Vooral bij het werken met schadelijke stoffen helpt goed ventileren voor een schone lucht in de salon. Op de werkplek dient er ook voldoende verlichting te zijn.
Een werkgever hoeft niet alleen te zorgen voor gezonde fysieke arbeidsomstandigheden, maar ook voor psychische maatregelen. Eén van de meest voorkomende omstandigheden is werkstress. Een te hoge werkdruk kan zorgen voor een burn-out of andere psychische problemen. Een werkgever moet ervoor zorgen dat werkdruk bespreekbaar is en dat eventuele aanpassingen mogelijk zijn. Daarnaast moet agressie, geweld en intimidatie op de werkvloer altijd voorkomen worden.
Een werkgever moet ervoor zorgen dat een werknemer tijdens de zwangerschap gezond kan blijven werken. Uiteraard blijft een werknemer zoveel mogelijk haar eigen werkzaamheden doen. Eventuele mogelijke gevaren moeten wel weggenomen worden. Tijdens de zwangerschap en tot 6 maanden na de bevalling krijgt een kapster extra rusttijden. De pauzes mogen maximaal 1/8 van de werktijd in beslag nemen. Een zwangere kapster is niet verplicht om extra over te werken of onregelmatig werk te doen. Daarnaast mag een kapster in de laatste 3 maanden van de zwangerschap niet meer dan één keer per uur bukken, knielen en staande voetpedalen bedienen. Stress moet tevens verminderd worden en er mag niet gewerkt worden met chemische stoffen die schadelijk zijn voor de ongeboren baby.